Bewegen

Bewegen geeft gezondheidswinst, meer bewegen is nog beter! De Gezondheidsraad bracht in augustus 2017 nieuwe beweegrichtlijnen uit. De ‘stand van wetenschap’ geeft nieuwe inzichten, de pers berichtte uitgebreid. De arbeidshygiënisten en andere arboprofessionals kunnen hier wat mee. Er liggen kansen voor gezondheidswinst, en voor professionele inzet.

Sinds 1998 bestonden drie beweegnormen. Minister Schippers van VWS had een update gevraagd, en liefst ineenschuiven. Ze wilde beknopte richtlijnen voor jeugd, volwassenen en 55-plussers. Ze benadrukte het belang van een meetbare en makkelijk implementeerbare aanpak.

De Raad vormde als gebruikelijk een ad-hoc commissie, nu met 13 experts, vrijwel allemaal werkzaam in Universitaire Medische Centra. Die lieten zich bijstaan vanuit ministers en kenniscentra, door praktijkdeskundigen en een wetenschappelijk secretariaat; de uitkomsten gingen door de mangel bij Raadscommissies met ‘peers’.

Het resultaat is opmerkelijk eenvoudig toepasbaar! De presentatie is aansprekend: een advies met verhelderende infographics, mede over het niveau van bewijskracht. Daarnaast zijn er twee Engelstalige bundels review van onderzoek. Een afzonderlijk document over de wijze van interpreteren van onderzoeken is mede voor de toekomst nuttig. 

De beweegrichtlijn voor volwassenen

De Raad verwoordt, letterlijk:

  • Bewegen is goed, meer bewegen is beter.
  • Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.
  • Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten.
  • En: voorkom veel stilzitten.

Nieuw

Matig intensieve inspanning dient het uithoudingsvermogen: zó bewegen dat praten nog goed mogelijk is, zonder de hijgerige korte zinnen bij intensief bewegen. Denk aan stevig wandelen, zeg 6 kilometer per uur. Sinds 1998 was dit voor volwassenen het devies, minstens vijf dagen per week, minimaal een half uur per dag. De Raad ziet voor zulke specificering nu geen bewijs. De meeste onderzoeken hebben betrekking op over de week gespreide inspanning; wetenschappelijke vergelijking met geconcentreerde activiteit is dus moeilijk. Evenmin is er onderbouwing voor tenminste 10 minuten aaneengesloten activiteit.

Volstrekt nieuw is het advies tot versterking van spieren en botten, door krachtoefeningen. Dat betreft training van de skeletspieren, met een duuractiviteit als fietsen, en acties waarbij het lichaam met het eigen gewicht wordt belast, zoals springen, traplopen, wandelen, hardlopen en dansen. Twee keer per week voor volwassenen, drie keer voor tieners en 55-plussers, voor de laatsten in combinatie met balansoefeningen.

Minimum, nuances

De Raad koos kennelijk heel bewust voor eenvoud. “De beweegrichtlijn voor volwassenen en ouderen is een minimumrichtlijn om mensen die weinig actief zijn te motiveren in beweging te komen. Mensen die aan deze richtlijn voldoen kunnen door meer te gaan bewegen verdere gezondheidswinst behalen.”

De Raad heeft afgezien van (complicerende) aanvullingen. Ze herinnert aan adviezen over voeding en overgewicht in 2003 en 2006. Toen stelde de Raad dat mensen met een ongewenste gewichtstoename, overgewicht of obesitas het activiteitenniveau moeten verhogen tot dagelijks minstens een uur matig lichamelijk actief zijn. Met minder en beter voedsel helpt dit tegen overgewicht of erger. Voorkómen van gewichtstoename lijkt meer gebaat bij dagelijks matige inspanning dan bij een eenmalige piekbelasting. Zulke inspanning is langer vol te houden en geeft een relatief hogere vetoxidatie. De Raad meldt dat hij die richtlijnen snel desgewenst kan actualiseren; hij laat in het midden of daar wetenschappelijk redenen voor zijn.

‘Zitten is het nieuwe roken’, zo’n alarm gaven diverse organisaties enkele jaren geleden. Dat was een niet lekker zittende bewering. Nicotine is giftig, roken is een doodsoorzaak. Zitten draagt alleen maar bíj aan ongezondheid. De Gezondheidsraad nu: “De wetenschappelijke onderbouwing voor de gezondheidseffecten van zitten is op dit moment veel minder sterk dan voor bewegen.”

Slechts 46% voldoet

Het RIVM publiceerde tegelijk de stand van zaken, hoe Nederland beweegt. Dit door bundeling van uitkomsten van bestaande vragenlijsten. Dan blijkt dat maar 46% van de beroepsbevolking voldoet aan de beweegrichtlijnen! Teenagers en meer nog ouderen voldoen nog minder. De Raad wijst erop dat vragenlijstonderzoek meestal een onderschatting geeft. Zonder maatregelen wordt de ontwikkeling nog ongunstiger. Het voordeel van het opkomende thuis werken is minder reizen, met als nadeel minder bewegen. Het aandeel werknemers dat zes uur of meer per dag voor een beeldscherm werkt, steeg van 22% in 2007 naar 25% in 2015, en kan verder stijgen. Zij hebben verhoogd risico op (chronische) nek-, schouder- en armklachten.

Arbodeskundigen en werkgevers

De Raad ziet voor de overheid met anderen de uitdaging beweging meer te doen integreren in het dagelijks leven. Hij noemt hier ook de werkgevers, echter zonder concrete aanbevelingen. Ik zie wel wat punten waarop arboprofessionals met werkgevers meters kunnen maken.

Een op de zeven werknemers heeft burnoutklachten. Bedrijfsartsen zien in hun spreekkamer dagelijks (dreiging van) depressieve symptomen. Het bewijs is er nu: bewegen heeft óók gunstige effecten voor psychische klachten. Dat geldt tevens voor diverse chronische aandoeningen waarmee steeds meer werknemers kampen. Zeker ouderen, die moeten doorwerken tot een hogere pensioenleeftijd. Het achtergronddocument van de Raad, Physical activity and risk of chronic diseases, lijkt nuttig voor bedrijfsartsen en anderen die zich inzetten voor arbeidsparticipatie van chronisch zieken.

De Gezondheidsraad gaat in op de zorg van sommige werkgevers, dat zij opdraaien voor verzuim na blessures door bewegen. Hij spreekt van zwakke aanwijzingen “.. dat een klein deel van de mensen die meer gaan bewegen een lichte blessure zal oplopen, terwijl het onwaarschijnlijk is dat meer beweging het risico op ernstige blessures verhoogt.”

Fitness van de baas? Te onderzoeken

De Gezondheidsraad acht van veel beweegprogramma’s de effectiviteit weinig bewezen, hij wil meer onderzoek. Tegelijk maakt de Raad gewag van het bestaan van effectieve aanbieders.

Het kabinet Rutte-II financierde in het kader van het Sociaal Akkoord van 2013 de zogeheten sectorplannen. Er zijn enkele tientallen miljoenen uitgegeven voor beweegprogramma’s, de evaluaties komen los. Het is zinvol voor brancheorganisaties en arboprofessionals dit onder de loep te nemen. Was er effectief aanbod? Hoe is het gegaan met het voornemen van brancheorganisaties en bedrijven om juist werknemers aan te spreken met een matige of slechte leefstijl?

Dat laatste biedt belangrijke aanknopingspunten. De Gezondheidsraad herhaalt als mantra: mensen voor wie de richtlijn te hoog gegrepen is, moeten vooral blijven bewegen. Iets is beter dan niets. De gezondheidswinst van de overstap van niets doen naar bewegen is verbazingwekkend groot. Blijkens onderzoek pakt die stap verhoudingsgewijs al gunstig uit voor de fysiologie van het lichaam. Veel mensen hebben geen sociale omgeving die gezond gedrag aanmoedigt. Zijn er kansen via de werkgever? Is dat denkbaar als onderwerp van het onderzoek waartoe de Gezondheidsraad adviseert?

Fysieke werkomgeving

De Raad denkt dat blijvend beter beweeggedrag te bevorderen is door de fysieke omgeving meer daartoe in te richten. Veel arbeidsorganisaties promoten trap lopen in plaats van de lift. Het wordt hoe dan ook belangrijker het werk anders in te richten. Op veel kantoren zijn er in hoogte verstelbare bureaus en speciale stoelen. Daar komen bij ‘swoppers’, krukjes waarop de medewerker zichzelf in balans moet houden, bureaufietsen, mini-crosstrainers, balance boards en sta/zit-vergaderruimtes en -kantines. De werkgever stimuleert lopen door minder papier- en afvalbakken. Printen en de koffie en thee - en vooral water! - aanbieden gebeurt op een centrale plek. Onmisbaar is het vroeg betrekken van de mensen, ze zelf mee laten denken: bij uitstek de werkwijze van de arboprofessional.

Bewegen in het werk? Kan ingezet worden

Talloze mensen bewegen in hun werk. Denk aan verzorgenden die volop hun spieren inzetten en in totaal kilometers per dag lopen. Is dat niet voldoende? De Gezondheidsraad meent dat er te weinig onderzoek is over bewegen in werk. De arboprofessionals kunnen zelf met de richtlijnen nagaan hoe het zit met door hen verzorgde werknemers. Een congres in juni van de universiteit van Gent gaf opletpunten. Onbewust vermijden mensen in hun werk de nodige matig intensieve inspanning. Ze werken in soms gezondheidskundig twijfelachtige houdingen. Onderzoekster Els Clays van die universiteit constateert dat schoonmaakwerk geen gezondheidswinst geeft, terwijl schoonmakers die wandelen daar wel baat bij hebben. De voortdurende drukte op het werk verhindert het nodige herstel van het lichaam. Het is de moeite waard als arboprofessionals te kijken of het werk beter in te richten is. Een ontspannen lunchwandeling organiseren is in ieder geval goed!

Ton van Oostrum

Disclaimer: de auteur aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor de nadelige gezondheidsgevolgen van het zittend lezen van dit artikel.

Bronnen:
https://www.gezondheidsraad.nl/nl/nieuws/veel-gezondheidswinst-te-behalen-door-meer-te-bewegen
http://werk-in-beweging8.webnode.be/presentaties/