Positieve reacties op ‘rapport Heerts’

Betere naleving van verplichtingen uit de Arbowetgeving is noodzakelijk, er moet goed gekeken worden naar de rol van de bedrijfsarts. Zo omschrijft de site van de FNV hoe werknemers- en werkgeversorganisaties reageren op het ‘rapport Heerts’. Die Commissie vergemakkelijking schadeafhandeling beroepsziekten bepleitte eind mei meer preventie, alsmede een gefixeerde tegemoetkoming per ernstig geval van een medisch aannemelijke beroepsziekte door gevaarlijke stoffen. Het nieuwsartikel van de vorige maand gaf uitgebreide informatie.

Partijen tonen zich positief

  • Staatssecretaris Van Ark schreef op LinkedIn: “De commissie onderstreept het belang van een snelle tegemoetkoming zonder ingewikkelde rechterlijke procedures, evenals het belang van preventie.”
  • VNO-NCW zei in een nieuwsbericht het advies van de commissie te verwelkomen. De Algemene Werkgevers Vereniging Nederland vond “..het positief dat er meer aandacht wordt gevraagd voor preventie door de bedrijfsarts en in de arbocuratieve zorg waardoor beroepsziekten kunnen worden voorkomen en gezondheidsschade kan worden vermeden. De adviezen van de commissie kunnen er daarnaast toe leiden dat er een einde komt aan de lange en kostbare procedures, die voor werknemer en werkgever zeer belastend zijn.”
  • FNV-voorzitter Busker vond het werk van de commissie “een goed begin”. “Wat de FNV betreft komt er ook een algemene tegemoetkoming voor werkenden die een beroepsziekte hebben, wat dus verder gaat dan alleen het werken met gevaarlijke stoffen.”
  • Op de sites van MKB-Nederland en CNV is geen reactie te vinden.

Preventie: wie verantwoordelijk?
De commissie deed volop aanbevelingen voor versterking van preventie: een sterkere positie voor de bedrijfsarts, meer inspectie, een krachtiger Inspectie-optreden met meer beboeting, betere naleving (afdwingen) van de bestaande verplichtingen wat betreft registratie e.d. van gevaarlijke stoffen. Ook zijn er enkele nieuwe elementen, zoals centrale registratie van RI&E’s en: “Laat de Ri&E ondertekenen door de bedrijfsarts en de arbeidshygiënist.”

Dat laatste is nagenoeg de enige keer dat het ‘rapport Heerts’ melding maakt van een rol voor de arbeidshygiënist. Dat verklaart wellicht dat de reacties zich vaak richten zich op verbetering van de positie van de bedrijfsarts. De primaire verantwoordelijkheid van werkgevers voor goede arbeidsomstandigheden klinkt in geen van de reacties door.

Financiële prikkels
Wat betreft de hoogte van de tegemoetkoming ziet de commissie reden voor analogie met de regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers; in 2020 is dat € 21.269. “Voor de dekking van de tegemoetkomingen aan werknemers en ex-werknemers meent de commissie dat volstaan kan worden met een opslag van 0,1% op de premies voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.” Dit naast eventuele overheidsbijdragen. Heerts c.s. geven geen duiding van verwachte aantallen aanvragen. Gezien de geraamde kosten denken ze waarschijnlijk aan enkele duizenden tegemoetkomingen per jaar.

Voor de enkele 100.000-en meerjarige WIA-uitkeringen betalen grotere werkgevers een hogere premie naarmate ze meer gevallen van arbeidsongeschiktheid hebben: ‘de vervuiler betaalt’. Zo’n gedifferentieerde premieheffing is ondoenlijk bij dit verwachte lage getal van tegemoetkomingen beroepsziekten door gevaarlijke stoffen.

De commissie wil de tegemoetkoming ook laten geven aan zzp’ers. Financiering moet meegenomen worden in de herziening van fiscale regime voor zzp’ers. Met andere woorden, opdrachtgevers worden dus niet aangesproken voor financiering.

Opluchting bij werkgevers?
De commissie trekt de analogie met de regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers niet helemaal door. Het Instituut Asbestslachtoffers meldt in haar jaarverslag 2019 502 nieuwe tegemoetkomingen. De illustratie toont dat daarnaast 116 werkgevers met succes aangesproken zijn om (bovenop de tegemoetkoming) een schadevergoeding te geven. Dit ruim een kwart eeuw na het asbestverbod!

Is de positieve reactie van werkgevers ingegeven door opluchting? Er zijn geen wezenlijk nieuwe verplichtingen voor preventie, er is geen ‘shaming’ van afzonderlijke werkgevers, de kosten van de tegemoetkoming beroepsziekten door gevaarlijke stoffen slaan bij het collectief neer.

Stevige agenda
Staatssecretaris Van Ark zei een uitgebreide reactie op het rapport vóór de zomer te willen geven. Belangrijke agendapunten voor de beroepsgroep arbeidshygiënisten zij nu al duidelijk: de werkgevers bij de les van preventie brengen, de arbeidshygiëne profileren, samenwerking met de bedrijfsartsen verdiepen. De commissie Heerts adviseert de bewindspersoon te werken aan “.. een stevige infrastructuur.” Tamara van Ark of haar opvolger Bas van ’t Wout zullen volgens de commissie flink geld uit moeten trekken voor een kennisinstituut. De arbeidshygiënisten zullen graag input leveren, toch?